
Gustika Jusuf-Hatta Beeld Suzanne Liem
Gustika Jusuf-Hatta (1994) is kleindochter van
Mohammad Hatta. Ze studeerde oorlogsstudies in
Londen en is jeugdadviseur bij het Bevolkingsfonds
van de Verenigde Naties.
Suzanne Liem 9 mei 2020, 9:09
Gustika, dochter van Halida Nuriah Hatta: “Voor mij is mijn grootvader meer dan een nationale held. Ook al heb ik hem nooit ontmoet, ik voel toch een soort persoonlijke band met hem. Ik wil zijn dromen waarmaken, al weet ik dat ik nooit kan zijn zoals hij. Mensen zullen mij altijd met hem blijven vergelijken. Ik heb dat uiteindelijk geaccepteerd, want het zou naïef zijn om te denken dat ik 100 procent zelfstandig naam kan maken. Mijn grootvader is zeker een bron van inspiratie voor mij. Ik weet dat hij een groot man was en ik leef naar zijn waarden, zoals eerlijkheid, en anti-corruptie.
“Zijn dromen wil ik op mijn manier realiseren, via zijn principes. Ik hoef niet letterlijk in zijn voetsporen te treden. Een van zijn dromen was dat Indonesië een voortrekkersrol krijgt in de internationale fora. Dat is nu nog niet het geval en daarom zoek ik graag aansluiting bij de Verenigde Naties.
Mijn moeder, mijn tantes, en ik hebben het gevoel dat journalisten Hatta niet kennen, ze stellen altijd dezelfde vragen, maar ze proberen nooit te begrijpen waar hij werkelijk voor vocht. Ik denk dat ze niet weten wat er gebeurde in 1927 tijdens het congres over anti-imperialisme, en dat hij in de jaren dertig door de Nederlanders verbannen werd naar het strafkamp Boven-Digoel en vervolgens naar het eiland Banda-Neira.
De dekolonisatie is nog niet voorbij
“Ik voel mij verantwoordelijk voor de nalatenschap van mijn grootvader. We zijn maar een kleine familie; alleen mijn moeder, haar twee zussen, mijn twee neven en ik. Elk jaar rond 17 augustus hebben we het druk met het bijwonen van alle bijeenkomsten voor de viering van onze onafhankelijkheid.
“De dekolonisatie is nog niet voorbij, er zijn heel veel mensen aan wie geen recht is gedaan. Daarom ben ik meer en meer geïnteresseerd in geschiedenis en oorlogsstudies. Ik denk dat de Nederlanders herstelbetalingen aan Indonesië horen te doen. Een van de stappen daarvoor is dat Nederland erkent dat we in 1945 onafhankelijk zijn geworden, niet in 1949. Daarna kun je praten over de juridische aspecten van oorlogsvergoeding. Ik zie niet in waarom we de Nederlandse regering zouden moeten haten, en we haten de Nederlanders niet. We denken wel degelijk dat sommige dingen achter ons liggen. Maar niet helemaal.”